Kersverse directeur van Stichting Technasium, Jeroen Marechal heeft zijn eerste predicaatbord uitgereikt. De nieuwste technasiumschool staat in Appingedam: VO Eemsdelta / Rudolph Pabus Cleveringa. Het O&O-team, technator Peter Kamminga en schoolleider Wytse Spoelstra namen het predicaatbord officieel in ontvangst in aanwezigheid van leerlingen, collega’s, vertegenwoordigers van gemeente Eemsdelta en netwerkregisseur Henk Lukken.
VO Eemsdelta sluit aan bij technasiumnetwerk Groningen, waarin Harens Lyceum, rsg de Borgen / Lindenborg, Praedinius Gymnasium, H.N. Werkman Stadslyceum en Ubbo Emmius al vanaf het eerste technasiumuur samenwerken.
VO Eemsdelta is heel blij met het verkrijgen van het predicaat Technasium:
‘Vraag leerlingen, docenten, ouders, bedrijven en instellingen wat havo- en vwo-onderwijs nodig heeft, en het antwoord is al snel “meer praktijkgericht werken”, “realistischer”, “actueler en dynamischer”, “gericht op de combinatie tussen kennis en vaardigheden”. En het liefst in samenwerking met de regio, dus buiten de muren van de school. Oh ja, en laat ze vooral samenwerken en leer ze plannen en organiseren, want dat is best lastig! De heilige graal bestaat niet, maar met de invoering van het Technasium is VO Eemsdelta overtuigd van het feit dat dit een goede stap is in de genoemde behoeften te voorzien. Om die reden is deelschool Rudolph Pabus Cleveringa in 2022 gestart met een traject aansluiting te vinden bij het netwerk van technasiumscholen in Nederland.’
Het Technasium-team in Appingedam bestaat uit 3 docenten en de technisch onderwijsassistent. En ze zijn trots op wat tot nu toe is opgebouwd:
‘We ervaren bij ons zelf en bij leerlingen veel positieve energie, en merken dat onze samenwerkingspartners in de regio ons een warm hart toedragen.’
We feliciteren VO Eemsdelta met het predicaat en heten de school van harte welkom bij de technasiumcommunity!
Middelbare scholieren van technasiumscholen uit Drenthe, Friesland en Groningen zetten zich in voor de toekomst van onze delta’s en het klimaat tijdens het project Delta Dilemma. In dit project gaan technasiumleerlingen in opdracht van de waterschappen aan de slag met vraagstukken rondom waterbeheer en klimaatverandering, met als doel om duurzame oplossingen te vinden voor problemen zoals wateroverlast en droogte.
Op 20 september vond de feestelijke kick-off van het project plaats op Hogeschool Van Hall Larenstein in Leeuwarden. Ruim 250 leerlingen van de Friese technasiumscholen kwamen samen om kennis op te doen van experts en zelf aan de slag te gaan met innovatieve oplossingen voor klimaatuitdagingen. Tijdens interactieve workshops leerden ze bijvoorbeeld hoe groene daken en tuinen water kunnen opnemen en hoe steden zich beter kunnen aanpassen aan zware regenval.
“We hebben vandaag gezien hoe vergroening echt kan helpen om overstromingen te voorkomen,”
zegt Bentse, een leerling van CSG Bogerman.
Naast theorie was er ook volop ruimte voor praktijkervaring. In de workshop Pompen of Verzuipen moesten de leerlingen voorkomen dat een gebied overstroomde door samen water weg te pompen.
Zafira, leerling van het Lindecollege, vertelde enthousiast: “We kregen echt een workout terwijl we water wegpompten, maar het was een geweldige manier om te leren hoe belangrijk actief waterbeheer is.”
De leerlingen uit Drenthe, Friesland en Groningen toonden hiermee hun inzet om bij te dragen aan duurzame oplossingen voor de klimaatuitdagingen van de toekomst.
Bekijk de aftermovie van de kick-off in Leeuwarden
Na de kick-off in Leeuwarden volgde een tweede kick-off op 24 september bij de EnergyBarn van Entrance op de Zernikecampus in Groningen voor de Drentse en Groningse technasiumleerlingen. De ruim 400 leerlingen werden uitgedaagd om met creatieve en technologische oplossingen te komen voor klimaatproblemen. Tijdens deze dag lag de focus op innovatie, met workshops over CO2-etend asfalt en waterdoorlatende materialen.
“We leerden hoe deze nieuwe technologieën kunnen helpen bij het tegengaan van wateroverlast in steden,” vertelt Joshua, een leerling van het CSG Dingstede. “Het is gaaf om te zien hoe technologie zo’n groot verschil kan maken.”
De leerlingen uit Drenthe, Friesland en Groningen toonden hiermee hun inzet om bij te dragen aan duurzame oplossingen voor de klimaatuitdagingen van de toekomst.
De komende maanden werken de leerlingen op hun school verder aan het Delta Dilemma. De opdracht is, dat ze voor een gebied in hun eigen regio een inrichtingsplan maken. In dat plan moeten ze rekening houden met klimaatverandering en wateroverlast. Alle informatie van de kick off kunnen ze daarbij goed gebruiken. Aan het eind van het project presenteren ze hun plannen aan de opdrachtgevers van provincie en waterschap.
Het Delta Dilemma is een samenwerking van Provincie Groningen, Provincie Fryslân, Provincie Drenthe, Wetterskip Fryslân, Waterschap Noorderzijlvest, Waterschap Hunze en Aa, Waterschap Drents Overijsselse Delta, Stichting Technasium en IVN Natuureducatie.
Na een feestelijke start op UNFOLD en het jubileumfestival jeuken Jeroen Maréchals handen om met elkaar aan de slag te gaan. Jeroen Maréchal is sinds 10 september directeur van Stichting Technasium. Tijdens de festiviteiten voor het 20-jarig jubileum heeft hij letterlijk het stokje overgenomen uit handen van Ria Sluiter, die de afgelopen 8 jaar deze rol vervulde. Graag stellen we Jeroen voor middels een interview.
Kun je allereerst iets vertellen over jezelf en je achtergrond?
‘Mijn naam is Jeroen Maréchal. Ik zit exact 25 jaar in het onderwijs. Ik heb biologie gegeven op St. Michaëlcollege, een technasiumschool, en ben daarna naar de lerarenopleiding gegaan. Via de VU ben ik ook projectleider van het steunpunt NLT geworden en later projectleider bij Bètapartners. Vervolgens ben ik schoolleider geworden op het Bonhoeffercollege in Castricum, mijn eigen oude middelbare school en ook een technasiumschool.
De afgelopen tweeënhalf jaar was ik directeur van Bètapartners. Dat is het netwerk waarin de Universiteit van Amsterdam, Vrije Universiteit van Amsterdam, Hogeschool van Amsterdam en 49 VO-scholen samenwerken aan goed, actueel en inspirerend bètaonderwijs in de regio Amsterdam, Noord-Holland en Flevoland.
Ik ben getrouwd, vader van twee kinderen, en ik woon in Noord-Holland. Ik hou van indoor fietsen, met de caravan op vakantie gaan. En ik bak mijn eigen brood.’
Kun je iets vertellen over hoe je ervaring je voorbereidt op deze rol?
‘Ik was altijd al enthousiast over het Technasium. Op het Bonhoeffercollege hebben wij een bewuste keuze gemaakt om technasiumschool te worden, omdat het concept Technasium fantastisch paste bij de visie van de school en de bèta-oriëntatie. Bij de bètavakken ligt het zwaartepunt bij theorie en iets minder bij praktische vaardigheden. Bij het Technasium is dit precies omgekeerd. Ze gaan met concrete uitdagingen aan de slag; ze gaan doen en ook met elkaar. Samenwerkend leren en probleemgestuurd onderwijs, die combinatie is echt een meerwaarde. Leerlingen krijgen echt zicht op beroepenvelden.
Het merk Technasium vind ik heel sterk. De organisatie komt heel sterk en solide over. En als je de mogelijkheid krijgt om op de functie van directeur te solliciteren. Ja, daar heb ik niet lang over hoeven na te denken.’
Wat heeft jou naast het onderwijsconcept en het sterke merk, gemotiveerd om directeur van Stichting Technasium te worden?
‘Het is een landelijk merk en een landelijk netwerk. Daarmee maakt het Technasium ook echt impact op het onderwijs. Dat zie je ook in de verhoogde uitstroom naar bètatechnische opleidingen. Het Technasium maakt echt een meetbaar en merkbaar verschil. Meetbaar in de uitstroom van plus 17%. En merkbaar in dat ik hoor van leerlingen dat ze beter voorbereid zijn op hun vervolgopleiding.’
Welke ervaring breng je mee die van pas gaat komen in je nieuwe rol?
‘Ik durf wel te zeggen dat ik het onderwijsveld bijna 360 graden ken. Ik ben docent, schoolleider en projectleider geweest, maar ook MR-lid en toezichthouder. Ik heb lesgevende en leidinggevende ervaring. Ik spreek de taal van docenten, van schoolleiders en ook van bestuurders. Dat neem ik mee, die ervaring.
De rode draad in mijn loopbaan van de afgelopen 25 jaar is wel mijn passie voor het onderwijs, passie voor leerlingen. Om leerlingen te ondersteunen in hun ontwikkeling.’
Technasium staat al 20 jaar bekend als vernieuwer van het onderwijs. Dat is ook iets wat echt in het DNA zit. Hoe wil jij innovatie binnen het Technasium stimuleren?
‘Innovatie is een beetje een containerbegrip. Ik denk dat Stichting Technasium goed contact heeft met de scholen, met docenten. Het is een sterk netwerk dat ziet wat er nodig is. Je kunt onderwijs anders geven, omdat dat dat nodig is in het veld. Dat kun je innovatie noemen. Je gaat anders doen dan voorheen.
Ik vind dat leerlingen goed theoretisch worden opgeleid in Nederland, maar het toevoegen van praktijkonderdelen vind ik een meerwaarde. Immers leerlingen met goede vaardigheden zijn wendbaar in een snel veranderende samenleving. Ik vind dat je het proces moet stimuleren om steeds te blijven nadenken: wat hebben leerlingen nodig? Dat we daar op aanpassen, dat kan een innoverend karakter hebben. Je moet niet aan innovatie doen om de innovatie. Ik vind dat je steeds moet kijken naar je maatschappelijke opdracht.’
Het Technasium sluit volgens jou aan bij de behoefte en bij de veranderingen in de omgeving. Je ziet innovatie niet als doel op zich?
‘Nee, je ziet nu bijvoorbeeld dat AI enorme impact heeft. Het kan best zijn dat we met elkaar gaan sturen om daar in O&O-projecten meer mee te doen. Om zo leerlingen kennis te laten maken met AI en hen daar vaardiger mee te maken. Daardoor worden de projecten wat innovatiever. Je past nieuwe ontwikkelingen in, in het onderwijs.
Wij willen aansluiting hebben op vervolgopleidingen en op de maatschappij. En op het moment dat de maatschappij verandert, dat opleidingen veranderen, volg je die trend en dat kun je innoveren noemen. Maar ik denk dat we ook stil moeten blijven staan bij dat er ook andere kennis en vaardigheden nodig zijn, zoals metacognitieve vaardigheden. Leren leren blijft belangrijk. Blijven we dat doen, dan blijft het Technasium ook relevant voor de maatschappij en voor de leerlingen.’
Hoe wil je ervoor zorgen dat Technasium aansluit op de snel veranderende samenleving in het algemeen en techniek en technologie in het bijzonder? Welke rol zie je daarbij voor de stichting en voor jezelf?
‘Mijn rol is dat ik in de stichting en het team faciliteer hun werk goed te kunnen doen. Dat zij gefaciliteerd zijn om steeds in verbinding te staan met het onderwijsveld, zowel in het voortgezet onderwijs, maar ook met de vervolgopleidingen en de technische branches.’
Hoe zie je de samenwerking tussen scholen en bedrijven?
‘Ik heb nog onvoldoende zicht op de samenwerking met het bedrijfsleven. Het belang van het werken met bedrijven is dat je feeling houdt met wat uiteindelijk het doel is waarmee je leerlingen opleidt.
Leerlingen hebben onvoldoende beeld van wat het betekent om in een bepaalde beroepsgroep te werken. Als het ons lukt om door middel van opdrachten en bedrijfsbezoeken, maar ook door een UNFOLD festival, leerlingen in contact laten komen met beroepsbeelden dan wordt het concreet. Leerlingen kunnen een transfer maken: als ik dus dit ga studeren, dan kan ik dit beroep gaan doen.
Ik was laatst met mijn zoon op een bijeenkomst van JetNet en Bètapartners met workshops over allerlei bedrijven en beroepen. We zaten bij een workshop van NRG, het bedrijf dat de nieuwe kerncentrale in Petten gaat bouwen. Voor hem was het de eerste keer dat hij hoorde dat radioactiviteit niet alleen te maken heeft met kernbommen, maar ook met isotopen, met geneeskunde, en met het werk dat daarbij komt kijken bijvoorbeeld op het gebied van veiligheid. Hij liep daar weg en zei: ‘dit is ook een leuk beroep’. Dat is nou precies het zaadje dat we willen planten. Het nadenken over en begrip krijgen van een beroep. We weten zeker, dat als je het zaadje niet plant, ze die transfer nooit zullen maken.’
De community, intern en extern, is essentieel voor het Technasium. Heb je ook al ideeën over hoe je dit netwerk wil uitbreiden of versterken?
‘Wat ik ten eerste constateer is dat veel initiatieven en netwerken in Nederland langs elkaar heen leven. Vereniging NLT, VOHO-netwerken, STEM22; we willen allemaal hetzelfde. Ik ben ervan overtuigd dat er betere manieren gezocht moeten worden om elkaar te ondersteunen en om onze centrale boodschap uit te dragen. Ik denk niet in termen van concurrentie; ik denk in mogelijkheden. Erkennend dat we allemaal een eigen identiteit hebben en dat Technasium een heel ander onderwijsconcept is dan bijvoorbeeld NLT. Ik hoor ook wel eens docenten zeggen waarom gaan NLT en O&O niet fuseren tot één schoolvak, maar de uitvoering is heel anders. Ze zijn ondanks dezelfde doelstelling niet met elkaar te vergelijken. We kunnen samen optrekken en van elkaar leren. En wellicht kunnen we gezamenlijk onderwijs ontwikkelen, maar dat kan ik nu nog niet beoordelen.
Ook in de technasiumscholen worden geweldige initiatieven ontwikkeld. Het Technasium staat als een huis. 105 scholen, 34.000 leerlingen en weer zo’n 3.000 leerlingen die eindexamen gaan doen. Hoe we dat bestaande kunnen versterken, dat gaan we samen bekijken. Daarnaast heb ik de indruk dat meer scholen Technasium willen worden. Hoe we dit zouden kunnen vormgeven en ondersteunen, weet ik nog niet. Dit valt echt onder de categorie van eerst luisteren.’
Tot slot, je bent afgelopen week gestart en viel direct met je neus in de boter of eigenlijk met je voeten in de modder met het leerlingenfestival UNFOLD en het jubileumfestival. Hoe was dat?
‘Beginnen tijdens UNFOLD en het jubileum was echt goud. Ik heb heel veel leerlingen gesproken, en ook docenten, schoolleiders en allerlei partijen die blij zijn met Technasium. En ik heb heel veel teamleden en bestuursleden, zeg maar off te record gesproken. Dat is wel een geweldige manier om te beginnen. Gewoon iedereen leren kennen, gewoon even luisteren. Ik werd heel blij van de energie. Docenten die al 20 jaar op het Technasium werken en op het jubileum met trots zo’n festivalbandje omdoen. Je komt echt op een plek waar energie in zit. Dat had ik ook gehoopt en verwacht, en dat klopt. Het tweede is, dat ik een team aantref met veel ideeën. Mijn handen jeuken om met elkaar aan de slag te gaan.’
Interview door: Nienke Sikkema
De scholenchallenge Wij hebben de toekomst is vrijdag 20 september met een
spannende finale geëindigd. Meer dan 300 technasiumleerlingen en mbo-studenten uit de 3
noordelijke provincies hebben hun beste beentje voorgezet tijdens een intense 30
uur durende hackathon op school. Ze bedachten innovatieve oplossingen voor actuele
zorgvraagstukken. Deze aftrap was pas het begin, de komende 8 weken gaan ze
hun ideeën verder uitwerken. Maar liefst 14 scholen deden mee aan deze snelkookpan
met ideeën.
“Geweldig om te zien hoe enthousiast de scholieren en studenten waren en wat ze hebben
neergezet. Jongeren zijn de toekomst en daarom is het zo belangrijk dat ze meedenken over
de zorg van nu en morgen. Ze duiken twee dagen vol in het onderwerp en bedenken
creatieve oplossingen, waar wij als volwassenen soms niet aan denken. Er loopt enorm veel
jong talent in de noordelijke provincies. Dat talent willen we stimuleren en moeten we
koesteren”,
zegt Nienke Baars, directeur van Nationaal Programma Groningen
Van het ontwikkelen van slimme hulpmiddelen voor mensen met een beperking tot het
bedenken van een manier om ziekenhuisafval te verminderen. De deelnemers konden
tijdens de hackathon kiezen uit 5 uitdagende opdrachten. Ook dachten ze na over het
verbeteren van de zorg voor ouderen. Aan innovatieve ideeën en kritische blikken hadden de
jongeren geen gebrek.
De deelnemers maakten kans op 1 van 4 prijzen. Zowel het publiek als de vakjury
beoordeelden de ideeën. Na 30 slopende uren, waarin de teams aan hun idee werkten,
was op vrijdagavond de ontknoping:
Alle teams gaan verder met het ontwikkelen van hun ideeën, hiervoor krijgen ze acht weken
de tijd. Op vrijdag 15 november presenteren ze hun eindproduct of idee tijdens de Dragons’
Den finale en strijden ze voor prijzen. De hoofdprijs? Een ontwikkelbudget om hun idee
werkelijkheid te laten worden.
De scholenchallenge daagt jongeren uit om met vernieuwende oplossingen te komen voor
actuele vraagstukken en bestaat uit een hackathon en Dragons’ Den. De scholenchallenge
stimuleert creatief denken en biedt een platform voor jonge talenten om hun ideeën te
presenteren.
De scholenchallenge ‘Wij hebben de toekomst’ is een initiatief van Nationaal
Programma Groningen, in samenwerking met Stichting Technasium, provincie Groningen en
provincie Drenthe.
Van 10 t/m 13 september kwamen meer dan 1.200 leerlingen van technasiumscholen uit heel Nederland naar de 3e editie van UNFOLD festival in Bunnik. UNFOLD is een meerdaags techfestival met challenges, experiences, workshops, showcases en hackathons georganiseerd door Stichting Technasium.
Op 11 en 12 september kwamen tweedejaars leerlingen met hun klas vanuit het hele land naar het buitenfestival in Bunnik. UNFOLD is een groot techfestival om jongeren te enthousiasmeren voor de wereld van techniek en technologie. Deze 3e editie draait om techniek, technologie, wetenschap, gezondheid, kunst en duurzaamheid.
Leerlingen konden meedoen met verschillende uitdagende activiteiten, zoals een reuzenkatapult bouwen en afschieten, racen met drones, een brug bouwen, ontsnappen uit een (virtuele) bosbrand en programmeren met Arduino. Op de main stage schitterden leerlingen met hun Meesterproef, het eindexamenproject van Technasium.
Voor meer dan 100 technasiumleerlingen uit de bovenbouw is UNFOLD een meerdaags festival dat op 10 september begon met het opzetten van hun eigen tent. Tijdens UNFOLD werkten ze in teams aan een uitdagende hackathon voor TNO op het gebied van een gezonde leefstijl of voor VIRO die een casus over energietransitie aan de leerlingen voorlegt. Op donderdagavond 12 september presenteerden zij hun innovatieve en creatieve oplossingen aan de opdrachtgevers. Het weer liet het helaas afweten, maar dat mocht de pret niet drukken. Op het festival genoten deze leerlingen die net gestart zijn met hun examenjaar ook van livemuziek en bouwden ze samen een feestje.
Door de samenwerking met brancheorganisaties, bedrijven en hoger onderwijs als Wij Techniek, TNO, VIRO, Lighthouse Club, NEMO Kennislink, Civilion en ESERO is UNFOLD voor de technasiumleerlingen gratis te bezoeken.
Tweedejaars leerlingen van H.N. Werkman Stadslyceum hebben 16 juli de Veilig Verkeer Nederland Technasium Award gewonnen met hun nieuwe ontwerp voor de rotonde aan de Korreweg in Groningen. Verkeerswijzer Groningen (VWG) en Veilig Verkeer Nederland (VVN) organiseren deze competitie om middelbare scholieren van Technasium uit te dagen na te denken over veiligheidsvraagstukken in het verkeer.
Er deden 4 scholen mee aan de competitie: Praedinius Gymnasium, H.N. Werkman Stadslyceum, Harens Lyceum en rsg de Borgen / Lindenborg. De opdracht die VWG en VVN hadden voorgelegd was: bedenk 2
oplossingen voor een verkeersonveilige situatie in je eigen omgeving of dicht bij school om te zorgen dat de situatie veilig wordt voor de verkeersdeelnemers. 1 oplossing mocht volledig ‘outside the box’ zijn, zonder rekening te houden met betaalbaarheid en wetgeving. De 2e oplossing moest realistisch en toepasbaar zijn.
‘De Korreweg-rotonde in de stad Groningen is een bekende onveilige verkeerssituatie voor met name
fietsers. Fietsers worden vaak afgesneden door auto’s en bussen. Het zou een stuk veiliger zijn als de fietsers een eigen ondergrondse rotonde zouden krijgen’, aldus de leerlingen van het winnende team. Met de overwinning op zak willen de leerlingen graag naar de gemeente om de uitvoering van hun ideeën te bepleiten.
Andere ideeën waren een ondergrondse tunnel bij de Helperzoom, aanpak van de weg bij de Westerhaven en het veiliger maken van de oversteekplek bij de Oldebertweg in Leek.
Arjan van der Zwaag, teamcoördinator Verkeerswijzer Groningen: ‘Het is mooi om te zien dat jongeren zo betrokken en innovatief kunnen zijn bij het verbeteren van de verkeersveiligheid in onze provincie. De leerlingen bedenken met een open blik oplossingen voor complexe problemen.’
De jury bestond uit Foppe Jorna van Verkeerswijzer Groningen en Margot Blaauw van VVN. Margot Blaauw aan het woord: ‘Het is elk jaar weer verrassend waar leerlingen mee komen. We zien dat verkeersveiligheid, als ze zich er eenmaal in verdiepen, ook voor hen super interessant is. Dit onderwerp met de ondergrondse rotonde sprong eruit in deze editie’.
Techniekpact publiceerde onlangs een artikel over hoe het Technasium al 20 jaar een sterke focus heeft op studie- en loopbaanoriëntatie. Dit betaalt zich uit in een grotere instroom van technasiumleerlingen in bètatechnische vervolgopleidingen.
Op 23 juni 2004 werd Stichting Technasium officieel opgericht in Groningen. In 20 jaar zijn we uitgegroeid tot een landelijke netwerkorganisatie van meer dan 100 technasiumscholen. Alle O&O-docenten, TOA’s, technatoren en schoolleiders hebben bijgedragen aan waar we nu staan. Meer dan 30.000 leerlingen kiezen voor Onderzoek & Ontwerpen, een erkend examenvak dat draait om bètatechnisch projectonderwijs én om competentieontwikkeling. Daar zijn we trots op en vieren we!
Op 14 juni vond de finale plaats van het project Mosquito Alert van One Health PACT en Stichting Technasium. Ruim 75 leerlingen presenteerden, in het Engels, middels een wetenschappelijke poster hun onderzoek en de resultaten.
Vanaf maart 2024 voerden de derdejaars leerlingen van 12 technasiumscholen onderzoek uit naar muggen. De centrale vraag voor het project dit jaar was: Is je eigen omgeving een geschikte broedplaats voor muggen?
Het ‘citizen science’ project Mosquito Alert draait om onderzoek doen in het veld, om muggen en de omgeving waarin ze leven in kaart te brengen. De derdejaars technasiumleerlingen dragen met hun onderzoek bij aan een groter, internationaal onderzoek van One Health PACT.
Onderzoeker Bijan Godzari van One Health PACT gaf tijdens de Masterclass Mosquito Alert-project een lezing voor de leerlingen op Avans Hogeschool in Breda. De technasiumleerlingen leerden over wat wetenschappelijk onderzoek inhoudt en ontvingen feedback van One Health PACT-promovendi op hun onderzoeksvraag en plan van aanpak.
Tijdens de finale bij Porteum in Lelystad presenteerden de technasiumleerlingen van Northgo College, Ubbo Emmius, Christelijk Lyceum Delft, Eligant Lyceum en Porteum de resultaten van hun onderzoek via zelfgemaakte wetenschappelijke posters aan de jury en aan de andere leerlingen. Sommige leerlingen namen zelfs hun onderzoekopstelling mee!
De deskundige jury, bestaande uit Eric van Gorp (Viroscience / ONE Health Pact), Sander Harting (Aeres Hogeschool), Michel Slotman (AVANS Hogeschool), Kristina Lanko (Erasmus), Lisa Bauer (Erasmus), Anne-Marthe Woldhuis (AVANS Hogeschool), Alicia Elbertse (AVANS Hogeschool, Irene Gebuis (ONE Health Pact) en Nienke Sikkema (Stichting Technasium had de lastige taak om uit de 21 leerlingenteams 3 winnende projecten te kiezen. De prijzen gingen naar:
🏆Prijs voor de Meeste impact: Sven en Marijn (Christelijk Lyceum Delft)
🏆Prijs voor de Meeste creativiteit Skyler, Martina, Xaleisha (Porteum)
🏆Prijs voor het Meest inspirerend: Sanya, Noor, Noa, Fay en Indi (Porteum)
Azra en Tessa van Eligant Lyceum wonnen de publieksprijs vanwege hun originele onderzoeksvraag.
Zie ook het Engelstalige nieuwsbericht op de site van One Health Pact.
Wie kan er met een ‘fognet’ het meeste vocht uit de lucht vangen? Die uitdaging gingen de tweedejaars leerlingen van de scholen van technasiumnetwerk Rijnland aan voor de jaarlijkse Rijnland Cup. De technasiumleerlingen gingen dit jaar aan de slag met het ontwerpen van een fognet, die in de klas werden getest met een misttunnel. Ook moesten ze nadenken over geschikt materiaal en de opstelling van deze fognets in de woestijn bij Tarfaya (Marokko) om zoveel mogelijk vocht uit de lucht te halen. Met als doel om zoveel vocht te vangen dat in totaal 5 hectare woestijn bevloeid kan worden. Deze uitdagende opdracht is gegeven door Stichting Duurzame Innovatie. Na acht weken onderzoeken en ontwerpen heeft iedere school twee leerlingenteams geselecteerd voor de finale.
De finale van de Rijnlandcup vond dit jaar plaats bij het Hoogheemraadschap Rijnland in Leiden. Alle teams mochten hun ontwerp samen met een ‘sample board’ van geschikt materiaal en een infographic van het onderzoek presenteren aan een deskundige jury. Ook konden de leerlingen en docenten van de verschillende scholen bij elkaar kijken wat er was ontworpen en onderzocht.
De jury bestond uit Arnout Schaap en Franz Bertenbreiter (opdrachtgevers Stichting Duurzame Innovatie), Eva van der Laan (Stichting Technasium) en Almar Anes (Hoogheemraadschap Rijnland). Tijdens het juryberaad kregen de leerlingen een gastles van Jan Pereboom over de werkzaamheden van het Hoogheemraadschap Rijnland en de keuzes voor de toekomst.
Er waren heel veel creatieve en innovatieve fognets ontworpen om water uit de lucht te halen. Ook was er nagedacht over de opstelling van de fognets in de woestijn. Een team van het Groene Hart Lyceum kwam als beste uit de bus. De leerlingen hadden uitgebreid onderzoek gedaan en kwamen met een goed doordacht ontwerp dat ook bestand was tegen weersinvloeden. Er was niet alleen gekeken naar de opbrengst van water in de misttunnel, maar ook naar schimmelvorming en het water opnemend vermogen van het materiaal.
De Rijnlandcup is een jaarlijkse wedstrijd die wordt georganiseerd door de scholen van technasiumnetwerk Rijnland: Da Vinci College in Leiden, Veurs Lyceum in Leidschendam, Maris College in Den Haag, Antoniuscollege in Gouda en Groene Hart Lyceum in Alphen aan den Rijn. Ieder jaar is er een nieuwe uitdaging voor de leerlingen van klas 2.